Apotheek Pluymaekers

Medische Encyclopedie

Inhoud

bupropion met naltrexon

Bupropion verlaagt de activiteit van dopamine, waardoor u minder eetlust heeft. Naltrexon zorgt dat u minder behoefte heeft om te eten.

Artsen schrijven de combinatie voor bij (ernstig) overgewicht.

Wat doet bupropion met naltrexon en waarbij gebruik ik het?

Overgewicht

Verschijnselen
Bij ernstig overgewicht heeft u meer kans op schade aan uw gezondheid, zoals hart- en vaatziekten. Door overgewicht te verminderen, verlaagt u de kans op deze ziektes.

Behandeling
De beste manier om overgewicht tegen te gaan, is minder energierijk, dus minder calorieën, te eten en meer te bewegen. Als een caloriearm dieet en meer bewegen onvoldoende werken, kunnen artsen bupropion met naltrexon voorschrijven.

Artsen schrijven dit medicijn voor bij mensen met een ernstig overgewicht (BMI vanaf 30). Of bij een BMI tussen de 28 en 30 met daarnaast nog een of meerdere ziektes die door overgewicht kan verergeren, zoals hoge bloeddruk, suikerziekte (diabetes type 2) of te veel vet in het bloed.

Werking
Bupropion verlaagt de activiteit van dopamine, waardoor de eetlust minder wordt. Naltrexon zorgt dat u minder behoefte heeft om te eten.

Effect
Het kan 16 weken (4 maanden) duren voor u het effect van bupropion met naltrexon merkt. De eerste weken kunt u wel last krijgen van maagdarmklachten.

Lees meer over overgewicht . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijk voelen, overgeven en verstopping.

    Zelden buikpijn en zeer zelden oprispingen. Deze bijwerkingen treden vooral in het begin van de behandeling op. Neem dit medicijn in met wat voedsel. Dan heeft u hier minder last van. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

  • Hoofdpijn

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Psychische klachten, zoals angst en moeite met slapen.

    Zeer zelden abnormale dromen, stemmingswisselingen, zenuwachtig of geïrriteerd voelen. Heeft u veel last van de psychische klachten? Vraag dan uw arts om advies.

  • (Draai)duizelig, slaperig, moe of sloom zijn

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij u moet opletten, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Doe geen risicovolle activiteiten in de eerste week van het gebruik en ook niet als u daarna last heeft van deze bijwerkingen.

  • Hartklachten, zoals hartkloppingen en versnelde hartslag. Zeer zelden pijn op de borst. Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartaandoening, hebben mogelijk een grotere kans op hartritmestoornissen.

    Overleg met uw arts als u hier last van heeft. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn. Als u dit medicijn toch moet gebruiken, zal uw arts u extra controleren.

  • Overmatig zweten, opvliegers, verhoogde bloeddruk.

    Overleg met uw arts als uw hoge bloeddruk niet goed onder controle is.

  • Droge mond en veranderde smaak

    Zeer zelden dorst. Door een droge mond kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Oorsuizen

    Heeft u hier veel last van? Raadpleeg dan uw arts.

  • Trillende handen of voeten

  • Kaalheid

    Heeft u hier veel last van, raadpleeg dan uw arts.

  • Huiduitslag en jeuk. Zeer zelden overgevoeligheid en galbulten.

    • Raadpleeg in dat geval uw arts. Mogelijk is er sprake van een allergische reactie op het medicijn. Zeer zelden ontstaat er huiduitslag met blaren, uitgebreide roodheid, loslaten van de huid, koorts, opgezwollen lippen, tong of gezicht, benauwdheid of flauwvallen. Stop dan meteen het gebruik en waarschuw uw arts.
    • Bij allergie mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor bupropion of naltrexon. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen.

    Overleg hierover met uw arts. Ook in de volgende situaties is het risico op een epileptische aanval groter: bij een tumor in het hoofd of ander hoofdletsel, bij mensen die ooit een eetstoornis, zoals anorexia of boulimia gehad hebben en mensen met diabetes, bij wie het bloedglucose niet goed onder controle is.

  • Mensen met bipolaire stoornis (extreme stemmingswisselingen). U mag dit medicijn niet gebruiken.

  • Evenwichtsstoornis en reisziekte

  • Geheugenverlies

  • Verhoogde leverenzymen of ontsteking van de galblaas.

  • Moeite met het krijgen van een erectie (impotentie).

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik bupropion met naltrexon gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

Bupropion:

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld het reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast bupropion een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
  • Sommige medicijnen tegen depressie, namelijk amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine en nortriptyline. Bupropion remt de afbraak van deze medicijnen. Hierdoor stijgt de hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed. U kunt meer last krijgen van bijwerkingen, zoals sufheid, duizeligheid, verstopping, droge mond of moeilijk kunnen plassen. Ook kan een ernstige bijwerking optreden als u deze medicijnen tegelijk met bupropion gebruikt. U kunt dan last krijgen van spiertrekkingen, trillen, koorts, zweten, opgewonden en in de war zijn. Ga naar uw arts.
  • Vortioxetine, een medicijn tegen depressie. De hoeveelheid vortioxetine in het bloed neemt toe. Uw arts verlaagt mogelijk de dosering.
  • Venlafaxine, een medicijn tegen depressie. Dit medicijn remt de afbraak van venlafaxine. U kunt meer last krijgen van bijwerkingen zoals slaperigheid, nervositeit, maagdarmklachten, trillen, hartkloppingen en duizeligheid. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Uw arts zal u extra controleren of een ander medicijn voorschrijven.
  • Atomoxetine, een medicijn bij ADHD, metoprolol, een medicijn tegen hoge bloeddruk, en aripiprazol, brexpiprazol, perfenazine en risperidon, medicijnen tegen psychose. De hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed neemt toe. Uw arts verlaagt mogelijk de dosering of u krijgt een ander medicijn.
  • Flecaïnide, een medicijn bij hartritmestoornissen. De hoeveelheid flecaïnide in het bloed neemt toe. Uw arts zal de hoeveelheid flecaïnide in uw bloed controleren.
  • Tamoxifen, gebruikt bij sommige vormen van borstkanker. Bupropion vermindert mogelijk het effect van tamoxifen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Naltrexon:

  • Morfineachtige pijnstillers of opiaten. Deze hebben minder effect gedurende ongeveer 3 dagen nadat u de laatste tablet met naltrexon heeft ingenomen. Het is belangrijk een waarschuwing bij u te dragen als u naltrexon gebruikt. Als u plotseling sterke pijnstilling nodig heeft werken deze sterke pijnstillers onvoldoende. In geval van nood kan uw arts rekening daarmee houden. Als u nog morfineachtige pijnstillers, heroïne, of methadon gebruikt en u gebruikt er naltrexon bij, kunt u erge ontwenningsverschijnselen krijgen. Overleg met uw arts.
    Na afloop van de behandeling met naltrexon bent u tijdelijk gevoeliger voor opiaten. Als u dan sterke pijnstilling in een noodsituatie nodig heeft, zal de arts de dosering heel geleidelijk instellen.
  • Nalmefeen, een ander ontwenningsmiddel. Natrexon kan de werking van nalmefeen tegengaan. Het kan juist om deze reden worden gebruikt bij overdosering. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of bovenstaande wisselwerking voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals duizelig voelen, in de war zijn, moeite met concentreren en wazig zien. Daarom mag u niet autorijden als u begint met dit medicijn. Uw arts zal de dosering langzaam in 4 weken opbouwen tot de onderhoudsdosering, zodat u aan de bijwerkingen kunt wennen. Pas nadat u minimaal 1 week de onderhoudsdosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen. Overleg hierover met uw apotheker of arts.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

Alcohol drinken?
Alcohol in combinatie met bupropion vergroot de kans op concentratiestoornissen en op epileptische aanvallen. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet. Mensen die overmatig alcohol gebruiken of ontwennen van alcohol mogen geen bupropion gebruiken.

Alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk. Hierdoor is er een klein risico op bijwerkingen bij het kind. Dit merkt u doordat uw baby verschijnselen krijgt die horen bij een epileptische aanval. Als uw arts vindt dat u borstvoeding kunt geven: let dan goed op deze bijwerkingen. Als deze bijwerkingen optreden, neem dan contact op met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Slik de tabletten heel door met een half glas water. De tabletten niet kauwen of fijnmaken, anders worden bupropion en naltrexon onbedoeld in één keer afgegeven. De tabletten zijn namelijk zo gemaakt dat de werkzame stoffen langzaam vrijkomen, zodat ze langer werken.

Neem dit medicijn in met wat eten. Dan heeft u minder last van maagklachten en darmklachten.

Wanneer?

Gebruik het medicijn zoals uw arts dat voorschrijft. Verdeel de hoeveelheid medicijn zo goed mogelijk over de dag. Het beste kunt u een vaste tijd kiezen, dan vergeet u het minder snel.

  • als u het 1 keer per dag gebruikt: ’s ochtends;
  • als u het 2 keer per dag gebruikt: ’s ochtends en ’s avonds.

Hoe lang?
U moet dit medicijn minimaal 16 weken gebruiken. Na 16 weken zal uw arts bepalen of u moet doorgaan met dit medicijn. Als u dit medicijn langer gaat gebruiken, dan zal uw arts elke jaar opnieuw bepalen of dit medicijn nog goed werkt bij u of dat u moet stoppen met dit medicijn.

Terug naar overzicht