Apotheek Pluymaekers

Medische Encyclopedie

Inhoud

calciumacetaat

Calcium (kalk) is belangrijk voor de opbouw en stevigheid van botten en gebit. Bovendien houdt het de hoeveelheid fosfaat in het bloed onder controle.

Calciumacetaat wordt gebruikt bij nierziekten.

Soms schrijven artsen het voor bij kinderen waarbij de hoeveelheid calcium en fosfaat in het bloed is ontregeld als gevolg van chemotherapie.

Wat doet calciumacetaat en waarbij gebruik ik het?

Nierziekten

Calciumacetaat wordt gebruikt bij mensen die te veel fosfaat in het bloed hebben, zoals bij mensen met neen verminderde nierwerking.

Te veel fosfaat kan onder andere botontkalking veroorzaken.

Oorzaak
In het bloed heerst een evenwicht tussen calcium (kalk), fosfaat, vitamine D en bijschildklierhormonen. Deze stoffen kunnen elkaar beïnvloeden. Als de ene stof toeneemt, kan hierdoor de ander afnemen, en andersom.

Bij mensen met een verminderde nierwerking,, zoals bij mensen die nierdialyse ondergaan, is dit evenwicht vaak verstoord. Zij hebben daardoor te veel fosfaat in het bloed.

Werking
Calciumacetaat bindt zich aan fosfaat in maag en darmen. Hierdoor kan minder fosfaat uit het voedsel worden opgenomen in het bloed. Ook gebruiken mensen die nierdialyse ondergaan vaak calcitriol, een soort vitamine D.

De combinatie van calcitriol met calciumacetaat zorgt voor een betere hoeveelheid calcium- en bijschildklierhormoon in het bloed.

Lees meer over nierziekten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De ernstigste bijwerkingen ontstaan als er te veel calcium in uw bloed zit. Uw arts zal uw bloed daarom regelmatig laten controleren. De dosering kan dan tijdig worden aangepast.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Misselijkheid, braken, opkomend maagzuur, opgeblazen gevoel

    Neem contact op met uw arts als u hier te veel last van heeft.

  • Darmklachten, zoals diarree, winderigheid of verstopping

    Dit kan wijzen op te veel calcium in het bloed, maar dat hoeft niet. Overleg daarom bij deze klachten met uw arts.

  • Te veel calcium in het bloed, vooral als u ook vitamine D gebruikt of als u ook een verminderde schildklierwerking heeft. Heeft u plotseling last van buikpijn, braken, gebrek aan eetlust, spierzwakte, verstopping en diarree? Deze verschijnselen kunnen duiden op te veel calcium. Waarschuw dan uw arts. Zeer zelden bij een nog grotere hoeveelheid calcium in het bloed kunt u ook last krijgen van hevige dorst, veel plassen en hartritmestoornissen. Waarschuw dan meteen uw arts.

    Gevolgen van te veel calcium zijn:

     

    • Verwardheid, slaperigheid, ijlen en (uiteindelijk) bewusteloosheid.
    • Verkalking van de nieren. Dit beschadigt de nieren.
    • Nierstenen met calcium. U vermindert deze kans door wat meer te drinken. Overleg met uw arts of u wat meer mag drinken, bijvoorbeeld bij het opstaan, bij slapengaan en tijdens de hoofdmaaltijden. Hou u aan de voorschriften over uw dieet en wat u mag drinken.

    De arts zal uw bloed regelmatig op te veel calcium laten controleren.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik calciumacetaat gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

Calciumacetaat vermindert de opname in het lichaam van de volgende medicijnen bij gelijktijdig innemen. De werking van deze medicijnen neemt dan af. Gebruik deze medicijnen daarom alleen ruim vóór of na calciumacetaat. Per medicijn vindt u welke tijdsperiode veilig is.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Medicijnen tegen botontkalking alendroninezuur, clodroninezuur, etidroninezuur, ibandroninezuur, pamidroninezuur en risedroninezuur. Neem deze medicijnen minstens 2 uur vóór het medicijn met calcium.
  • Antibiotica van het tetracycline-type, zoals doxycycline, minocycline, demeclocycline en tetracycline. Neem deze antibiotica minstens 2 uur vóór of 4 uur na het medicijn met calcium.
  • De antibiotica ciprofloxacine en norfloxacine. Overleg met uw arts. Mogelijk is een ander antibioticum beter geschikt voor u. U kunt ook overleggen met uw arts of u kunt stoppen met calcium totdat u klaar bent met de antibiotica. Zo niet, neem deze antibiotica dan minstens vier uur vóór het medicijn met calcium.
  • IJzerbevattende medicijnen, zoals ferrofumaraat, ferrogluconaat, ferrosulfaat of multivitamines met ijzer. Gebruikt u ijzerbevattende medicijnen MET gereguleerde afgifte (te herkennen aan 'MGA' of 'retard')? U mag dit niet samen met deze maagzuurbinder gebruiken. Overleg met uw arts of een ijzerbevattend medicijn ZONDER gereguleerde afgifte voor u mogelijk is. Gebruikt u ijzerbevattende medicijnen ZONDER gereguleerde afgifte. Neem het medicijn met ijzer minimaal twee uur vóór of vier uur na calciumacetaat.
  • De schildklierhormonen levothyroxine en liothyronine. Neem deze medicijnen minimaal 2 uur vóór het medicijn met calcium of 4 uur na het medicijn met calcium.
  • Penicillamine, meestal gebruikt bij reuma en de ziekte van Wilson. Neem dit medicijn minstens 2 uur vóór of 4 uur na het medicijn met calcium.
  • Triëntine, een medicijn tegen de ziekte van Wilson. Neem dit medicijn minstens 2 uur vóór of 4 uur na het medicijn met calcium.
  • Het medicijn bij bloedingsstoornissen eltrombopag. Neem eltrombopag minstens 2 uur vóór of 4 uur na het medicijn met calcium.
  • Fosfaten, zoals dinatriumwaterstoffosfaat, kaliumdiwaterstoffosfaat, natriumdiwaterstoffosfaat, glycerofosforzuur. Fosfaten worden gebruikt bij een tekort aan fosfaat in het bloed, onder andere door bepaalde nierziekten. Calciumacetaat kan de werking van deze medicijnen tegengaan. Of mogelijk werkt calciumacetaat juist minder goed. Overleg hierover met uw arts. Uw arts schrijft mogelijk een ander medicijn voor.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Uw apotheker kan u precies vertellen hoeveel tijd er tussen de verschillende medicijnen moet zijn en kan voor u een innameschema maken. Wordt het innameschema in uw situatie te lastig, overleg dan met uw arts. Misschien kan uw arts één van beide medicijnen vervangen door een medicijn dat u wel samen mag gebruiken.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden of alcohol drinken?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

alles eten?
Een andere manier om de hoeveelheid fosfaat in het bloed te verlagen is door een fosfaatarm dieet te gebruiken. Dit adviseert de arts meestal ook naast het gebruik van calciumacetaat.

Overleg bovendien met uw arts of diëtist over de hoeveelheid kalkhoudende voedingsmiddelen die u mag gebruiken, bijvoorbeeld melk, yoghurt of kaas. Deze hoeveelheid en de dosering calciumacetaat moeten op elkaar zijn afgestemd zodat u niet te veel calcium in uw bloed krijgt.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

U kunt dit medicijn veilig gebruiken. Het wordt al jarenlang gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Tabletten innemen met een half glas water.

Wanneer?
Neem de tabletten tijdens het eten. Het kan dan namelijk meteen het fosfaat uit het voedsel binden.

Hoelang?
U zult dit medicijn moeten gebruiken zolang de oorzaak van het teveel aan fosfaat aanwezig is.

Terug naar overzicht